ECLI:NL:CRVB:2016:2026
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstand in verband met gegevensverplichting en privacykwesties
In deze zaak gaat het om de opschorting en intrekking van bijstand aan appellanten, die sinds 1999 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De aanleiding voor het onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand was een samenloopsignaal dat appellant een auto op zijn naam had staan. Na verificatie van dit signaal bleek dat appellant meerdere voertuigen bezat, wat leidde tot een onderzoek door de gemeente Heerlen. Appellanten werden gevraagd om gegevens over hun financiële situatie en autotransacties, maar gaven aan niet in staat te zijn deze gegevens te verstrekken.
De Raad oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders gerechtigd was om een onderzoek in te stellen naar de rechtmatigheid van de bijstand, gezien de concrete feiten die aanleiding gaven tot twijfel. De Raad stelt vast dat de inbreuk op de privacy van appellanten niet onevenredig was in verhouding tot het doel van het onderzoek. De Raad bevestigt dat appellanten hun inlichtingenverplichting hebben geschonden door geen relevante gegevens te verstrekken, wat leidde tot de opschorting en intrekking van hun bijstand. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.