Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een Tibetaanse man die in 2011 Nederland is binnengekomen, had een aanvraag ingediend voor maatschappelijke opvang op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had deze aanvraag afgewezen, omdat appellant niet feitelijk dakloos was en gebruik kon maken van opvangmogelijkheden van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant ten tijde van de aanvraag geen rechtmatig verblijf had in Nederland, wat de afwijzing van de aanvraag door het college rechtvaardigde. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van een acute noodsituatie, aangezien appellant onderdak had bij vrienden en kennissen. Bovendien was er geen positieve verplichting voor het college om maatschappelijke opvang te verlenen aan niet-rechthebbende vreemdelingen. De Raad concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was en dat het hoger beroep van appellant niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.