Uitspraak
mr. Van Dalen. Voor het Uwv zijn verschenen mr. P.J. van Ogtrop, mr. C. Roele,
mr.dr. J.H. Ermers, mr. J. Smit, M.M.J.E. Budel en P.J. Langius.Na behandeling ter zitting zijn de zaken gesplitst en wordt in elk van deze zaken afzonderlijk uitspraak gedaan.
OVERWEGINGEN
7 januari 2014 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar gegrond verklaard. Het Uwv heeft in het bestreden besluit de berekening van het dagloon gebaseerd op het loon dat appellant verdiende bij werkgever 2 en gesteld dat appellant niet in aanmerking komt voor de dagloongarantiebepaling omdat hij aansluitend aan de dienstbetrekking bij werkgever 1, zonder WW te hebben ontvangen, werk heeft hervat bij werkgever 2. Bij de vaststelling van het dagloon in de beslissing van 12 september 2013 is echter een rekenfout gemaakt. Om die reden is het dagloon gecorrigeerd en vastgesteld op € 121,81.
WW-dagloon terecht heeft vastgesteld op € 121,81.
van-werk-naar-werk, erkend dat het voor werknemers gelet op de economische omstandigheden een dilemma kan zijn om met het oog op de door hen gewenste zekerheid een baan te aanvaarden. In dat antwoord heeft hij toegezegd tegelijkertijd met de wijziging van de WW met het wetsvoorstel Wet werk en zekerheid en de invoering van inkomensverrekening in de WW een herziene dagloongarantieregeling te willen invoeren, bij vormgeving waarvan uitvoerbaarheid en eenvoud belangrijke uitgangspunten zijn (Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 1026). Daarom is per 1 juli 2015 de regeling van de dagloongarantie voor de WW aangepast. Vanaf die datum luidt artikel 12, eerste lid, van het Dagloonbesluit:
werk-naar-werk. Het voorstel hiervoor is opgenomen in de concept wijziging van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen waarop een uitvoeringstoets is gevraagd aan het UWV. […] Het is niet mogelijk om de wijziging met ingang van een eerdere datum ongedaan te maken, omdat daarmee de per 1 juni 2013 bereikte vereenvoudiging wordt teruggedraaid en de doorlooptijden groot gevaar lopen omdat de uitvoering handmatige beoordeling per aanvraag vergt. Voor het UWV is, vooruitlopend op de invoering van het onderhavige wetsvoorstel, een aanpassing in de regelgeving ook niet uitvoerbaar, aangezien het UWV alle beschikbare capaciteit moet benutten voor tijdige invoering van het voorstel Wet werk en zekerheid.”
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 7 januari 2014;
- draagt het Uwv op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak en bepaalt dat beroep tegen dit besluit slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.984,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 167,- vergoedt.
B.M. van Dun als leden, in tegenwoordigheid van V. van Rij als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 30 maart 2016.