Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraken;
- wijst de verzoeken om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een in België woonachtige Nederlander, heeft hoger beroep ingesteld tegen besluiten van het Zorginstituut Nederland, die betrekking hebben op de inhouding van een buitenlandbijdrage op zijn pensioenen. Deze inhouding is gebaseerd op de Zorgverzekeringswet (Zvw) in combinatie met Europese verordeningen die de rechten van verdragsgerechtigden regelen. De Raad oordeelt dat het Zorginstituut bevoegd is om deze bijdrage in te houden, en dat de appellant recht heeft op zorg in zijn woonland België ten laste van Nederland. De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen strijdigheid is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en dat er geen aanleiding is om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. De verzoeken van de appellant om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn zijn afgewezen, omdat de totale duur van de procedures niet langer was dan vier jaar. De Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en wijst de verzoeken om schadevergoeding af.