Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten in beroep en hoger beroep tot een bedrag van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. Appellante, geboren in 1960, had een aanvraag ingediend op grond van de Wet Wajong vanwege psychische klachten die sinds haar geboorte bestonden. De aanvraag werd afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op basis van eerdere besluiten waarin was vastgesteld dat appellante niet in aanmerking kwam voor een Wajong-uitkering. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
Appellante stelde dat er nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een herbeoordeling van haar aanvraag rechtvaardigden. Ze verwees naar een diagnose van PDD-NOS die in 2012 was gesteld, en voerde aan dat haar psychische problemen haar volledig arbeidsongeschikt maakten. Het Uwv had echter in eerdere beoordelingen al rekening gehouden met haar klachten en stelde dat er geen nieuwe informatie was die de eerdere besluiten kon ondermijnen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de door appellante aangevoerde informatie niet als nieuwe feiten of omstandigheden kon worden aangemerkt. De Raad bevestigde dat het Uwv bevoegd was om de aanvraag af te wijzen en dat de eerdere besluiten rechtsgeldig waren. De Raad oordeelde ook dat het Uwv niet volledig had beoordeeld of appellante aanspraak kon maken op een Wajong-uitkering, maar dat dit niet leidde tot een andere uitkomst. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het Uwv werd veroordeeld tot betaling van proceskosten aan appellante.