ECLI:NL:CRVB:2013:CA0332
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van een besluit inzake Wajong-uitkering
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. van de Wiel, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 20 september 2011. De Centrale Raad van Beroep heeft op 8 mei 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep, waarbij het verzoek van appellante om terug te komen van een eerder besluit van het Uwv is afgewezen. Het oorspronkelijke besluit, genomen op 20 januari 2005, weigerde de toekenning van een Wajong-uitkering aan appellante, omdat zij minder dan 25% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante heeft geen rechtsmiddel aangewend tegen dit besluit en heeft pas in 2010 het Uwv verzocht om terug te komen op dit besluit, met de stelling dat er nieuwe feiten of omstandigheden waren.
De Centrale Raad overweegt dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn die een terugkomen op het besluit rechtvaardigen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de medische gegevens niet aantonen dat appellante op de datum in geding andere beperkingen had dan waarmee rekening is gehouden. De diagnose fibromyalgie, die appellante heeft gesteld, wordt niet als nieuw feit beschouwd, aangezien deze klachten al eerder in de beoordeling zijn meegenomen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.
De uitspraak benadrukt het belang van het aanleveren van nieuw bewijs bij een verzoek om herziening van een eerder besluit. De Raad concludeert dat het Uwv bevoegd was om het verzoek af te wijzen en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter M.C. Bruning en griffier J.R. Baas.