ECLI:NL:CRVB:2015:4283
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van psychische klachten na zwangerschap en bevalling in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellante, die psychische klachten ervaart na haar tweede zwangerschap, heeft hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zij vanaf 8 december 2013 geen beperkingen meer heeft als gevolg van zwangerschap of bevalling. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de psychische klachten voortvloeien uit traumatische ervaringen tijdens de eerste zwangerschap, waarbij haar kindje na 34 weken is overleden. De appellante betwistte dit en stelde dat er wel degelijk een causaal verband bestaat tussen haar klachten en de tweede zwangerschap.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van de appellante beoordeeld en geconcludeerd dat er geen direct causaal verband is tussen de psychische klachten en de tweede zwangerschap. De Raad verwijst naar de rapporten van de verzekeringsarts, die voldoende onderbouwd hebben dat de klachten voortkomen uit de eerste zwangerschap. De Raad bevestigt het oordeel van de rechtbank en wijst erop dat de appellante zelf erkent dat haar klachten voortvloeien uit de gebeurtenissen van de eerste zwangerschap. De uitspraak van de rechtbank wordt dan ook bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van een direct causaal verband in het kader van de Ziektewet, waarbij de Raad de relevante wetgeving en eerdere rapporten in overweging heeft genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.