ECLI:NL:CRVB:2015:4198
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de hoogte van een opgelegde boete wegens het niet melden van inkomsten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de hoogte van een boete die is opgelegd aan betrokkene wegens het niet melden van inkomsten. De rechtbank had de boete vastgesteld op € 52,-, maar de Centrale Raad oordeelt dat deze boete niet in verhouding staat tot de ernst van de overtreding. De Raad stelt vast dat er geruime tijd sprake is geweest van een reële aflossingscapaciteit, wat heeft geleid tot reële aflossingen door betrokkene. De Raad overweegt dat de boete moet worden aangepast naar € 1.134,54, het bedrag dat betrokkene al heeft afgelost. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd voor zover deze de boete op € 52,- heeft vastgesteld. De Raad benadrukt dat bij het opleggen van een boete rekening moet worden gehouden met de draagkracht van de overtreder, en dat de omstandigheden van het geval in acht moeten worden genomen. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de leden van de Raad.