ECLI:NL:CRVB:2015:4028
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van mr. dr. Heijs in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door S.A.J.T. Hoogendoorn, een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. dr. E.J.M. Heijs, een van de rechters die betrokken was bij de behandeling van zijn hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel. Het hoger beroep werd behandeld op 2 juli 2015 door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. dr. E.J.M. Heijs, mr. dr. B.J. van de Griend en mr. M.C.D. Embregts. Verzoeker heeft zijn wrakingsverzoek ingediend op basis van de stelling dat de beslissing van mr. dr. Heijs om het onderzoek niet te heropenen voortkwam uit vooringenomenheid. Dit verzoek werd eerder afgewezen op 25 september 2015, en verzoeker heeft vervolgens geprobeerd het onderzoek te heropenen, wat ook werd afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat wraking alleen kan plaatsvinden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trekken. De Raad benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval heeft de Raad geconcludeerd dat het verzoek om wraking van mr. dr. Heijs niet slaagt, omdat de beslissing om het onderzoek niet te heropenen een procedurele beslissing is die niet kan worden aangevochten via wraking, tenzij er sprake is van vooringenomenheid.
De Raad heeft uiteindelijk het verzoek om wraking afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door M. Greebe als voorzitter en J.J.T. van den Corput en R.E. Bakker als leden, met W. de Braal als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 9 november 2015.