Uitspraak
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarbij het beroep van appellant tegen een besluit van CZ Zorgkantoor B.V. ongegrond werd verklaard. Appellant had een persoonsgebonden budget (pgb) aangevraagd en kreeg dit voor de periode van 17 februari 2011 tot en met 31 december 2011. Echter, het Zorgkantoor trok de verleningsbeschikking in omdat appellant niet aan zijn verantwoordingsverplichtingen had voldaan. Appellant stelde dat het besluit van het Zorgkantoor niet op de juiste wijze bekend was gemaakt, omdat het enkel naar zijn bewindvoerder was gestuurd en niet naar hemzelf. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de toezending aan de bewindvoerder voldoende was voor de bekendmaking, zoals bedoeld in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad bevestigt dat appellant belanghebbende is bij het besluit van het Zorgkantoor en dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift niet is overschreden. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.