ECLI:NL:CRVB:2015:819

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 maart 2015
Publicatiedatum
18 maart 2015
Zaaknummer
13-6742 AWBZ Vervkl.
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van eerdere uitspraak wegens schending procedurevoorschriften

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 13/6742 AWBZ. De uitspraak betreft de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van 3 december 2014, waarin fundamentele procedurevoorschriften zijn geschonden. De Raad heeft partijen op 24 december 2014 geïnformeerd over het voornemen om de eerdere uitspraak te vervallen te verklaren, omdat er geen toestemming was gegeven door appellant om de zaak zonder nadere zitting af te doen. Appellant, vertegenwoordigd door mr. J. de Haan, heeft in een brief van 19 december 2014 aangegeven dat hij geen toestemming heeft verleend voor het afdoen van de zaak zonder nadere zitting. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de eerdere uitspraak in strijd was met artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad heeft vastgesteld dat de uitspraak van 3 december 2014 niet rechtsgeldig tot stand is gekomen en heeft deze daarom vervallen verklaard. Na deze vervallenverklaring zal het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 28 november 2013, met zaaknummer 12/6269, door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld.

Uitspraak

13/6742 AWBZ
Datum uitspraak: 11 maart 2015
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot vervallenverklaring van de uitspraak van 3 december 2014, 13/6742 AWBZ
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
CZ Zorgkantoor B.V. (zorgkantoor)
PROCESVERLOOP
De Raad heeft partijen bij brief van 24 december 2014 meegedeeld voornemens te zijn de uitspraak van 3 december 2014 vervallen te verklaren, nu bij de totstandkoming hiervan fundamentele procedurevoorschriften zijn geschonden.
Partijen hebben desgevraagd gereageerd op dit voornemen.

OVERWEGINGEN

1. In de uitspraak van 3 december 2014 is ervan uitgegaan dat beide partijen toestemming hebben gegeven een nader onderzoek ter zitting achterwege te laten.
2. Namens appellant heeft mr. J. de Haan in een brief van 19 december 2014 erop gewezen dat hij bij brief van 5 november 2014 geen toestemming heeft verleend de zaak zonder nadere zitting af te doen.
3. Gelet op het ontbreken van toestemming van appellant om de zaak zonder nadere zitting af te doen is de uitspraak van 3 december 2014 tot stand gekomen in strijd met artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht. Nu bij de totstandkoming van de uitspraak van 3 december 2014 een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden bestaat aanleiding die uitspraak vervallen te verklaren.
4. Na de vervallenverklaring van de uitspraak van 3 december 2014 zal het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 28 november 2013, 12/6269, door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart zijn uitspraak van 3 december 2014, 12/4106, vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door R.M. van Male in tegenwoordigheid van D. van Wijk als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 maart 2015.
(getekend) R.M. van Male
(getekend) D. van Wijk

RB