ECLI:NL:CRVB:2015:3030
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens onroerend goed in Turkije en schending van inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die vanaf 18 augustus 2008 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 17 april 2014 het beroep van appellanten ongegrond verklaarde. De Raad stelt vast dat appellanten sinds 19 juli 2009 een onroerende zaak in Turkije bezitten, met een waarde van € 34.000,-. Het college van burgemeester en wethouders van Dongen heeft de bijstand van appellanten per 1 september 2011 ingetrokken, omdat zij de op hen rustende inlichtingenverplichting hebben geschonden door deze onroerende zaak niet te melden.
De Raad oordeelt dat appellanten niet hebben aangetoond dat zij niet redelijkerwijs konden beschikken over de onroerende zaak. De stelling dat de woning feitelijk aan de dochter van appellant toebehoorde, wordt niet ondersteund door objectieve gegevens. De Raad concludeert dat appellanten de inlichtingenverplichting hebben geschonden, omdat zij niet hebben gemeld dat appellant als eigenaar van de onroerende zaak geregistreerd stond. De Raad bevestigt de beslissing van de rechtbank en oordeelt dat de afwijzing van de aanvragen om bijstand in 2012 en 2013 terecht was.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.