Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 19 juli 2017
[eiser] , te [woonplaats] ( [land] ), eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit voor zover het de boete betreft;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 19 juli 2017 uitspraak gedaan over de intrekking en terugvordering van bijstand aan eiser, die sinds 21 mei 2012 bijstand ontving. De gemeente Arnhem had de bijstand ingetrokken per 19 februari 2013 en beëindigd per 18 december 2015, en vorderde een bedrag van € 33.664,85 aan ten onrechte ontvangen bijstand terug. Tevens was er een boete van € 18.610,- opgelegd, die later werd verlaagd naar € 8.200,-. De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet had aangetoond dat er sprake was van grove schuld bij eiser, en dat de omstandigheden niet wezenlijk verschilden van normale verwijtbaarheid. Eiser had niet gemeld dat hij onroerend goed in het buitenland bezat, wat leidde tot de conclusie dat hij de inlichtingenverplichting had geschonden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit voor zover het de boete betreft, en stelde de boete vast op € 5.466,67. Eiser kreeg ook zijn griffierecht vergoed en de proceskosten werden toegewezen.