ECLI:NL:CRVB:2015:2927
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verstrekking van dossierstukken door het Uwv aan overheidswerkgever in het kader van WW-uitkeringen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verstrekking van dossierstukken door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aan appellante, een overheidswerkgever. Appellante had verzocht om alle dossierstukken met betrekking tot de WW-uitkering van een voormalige werknemer, met als doel haar re-integratietaak te kunnen uitvoeren. Het Uwv heeft echter alleen de besluiten over recht, hoogte en duur van de uitkering verstrekt en de overige stukken geweigerd, omdat deze niet noodzakelijk zouden zijn voor de re-integratietaak. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt en uiteindelijk beroep ingesteld, maar de rechtbank Gelderland heeft het beroep ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat zij het volledige dossier nodig heeft om de re-integratie van de werknemer te bevorderen. Het Uwv heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen specifieke motivering is gegeven voor de noodzaak van de gevraagde gegevens. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv verplicht is om alle besluiten over het recht, het geldend maken van het recht, de hoogte of de duur van werkloosheidsuitkeringen aan appellante bekend te maken, maar dat de weigering om andere dossierstukken te verstrekken terecht was. De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en geen proceskostenvergoeding toegekend aan appellante, omdat zij de benodigde besluiten al had ontvangen op het moment van het instellen van beroep en hoger beroep.