ECLI:NL:CRVB:2015:2925
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verstrekking van dossierstukken door het Uwv aan appellante met betrekking tot WW-uitkeringen
In deze zaak heeft appellante, een overheidswerkgever, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat weigerde om haar alle dossierstukken met betrekking tot de WW-uitkering van een ex-werknemer te verstrekken. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv verplicht is om alle besluiten over het recht, het geldend maken van het recht, de hoogte of de duur van werkloosheidsuitkeringen van ex-werknemers aan appellante bekend te maken. Dit is gebaseerd op artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat geen voorafgaand verzoek van appellante vereist. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv terecht heeft geweigerd om andere dossierstukken dan de besluiten te verstrekken, omdat appellante niet voldoende heeft gemotiveerd waarom deze stukken noodzakelijk zijn voor de uitvoering van haar re-integratietaak. De Raad oordeelt echter dat appellante recht heeft op een proceskostenvergoeding, omdat zij heeft moeten procederen om de besluiten te ontvangen. De kosten voor rechtsbijstand worden begroot op € 1.704,50, en het Uwv wordt ook veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 811,-. De uitspraak is gedaan op 26 augustus 2015.