ECLI:NL:CRVB:2015:2513
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de medewerking van het Uwv aan executoriale besluiten in het kader van derdenbeslag op WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. Appellante, die sinds 12 januari 2012 een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), heeft hoger beroep ingesteld tegen de besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot derdenbeslag op haar WIA-uitkering. Het Uwv had in verschillende besluiten de hoogte van het bedrag aan uitkering dat appellante nog zou ontvangen vastgesteld en had daarbij medewerking verleend aan het gelegde beslag.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat het Uwv gehouden was om medewerking te verlenen aan het executoriale beslag. De Centrale Raad van Beroep heeft deze overwegingen van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat het Uwv binnen het kader van het beslag is gebleven en dat de argumenten van appellante in hoger beroep geen aanleiding gaven om anders te beslissen dan de rechtbank had gedaan. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak.
Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.