ECLI:NL:CRVB:2015:2254
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake functiebeschrijving en functieonderhoud binnen de politie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep tegen het bestreden besluit van de korpschef ongegrond werd verklaard. Appellant, werkzaam als Generalist bij de politie, had verzocht om functieonderhoud op basis van de Tijdelijke regeling functieonderhoud politie, nadat hem tijdelijk de werkzaamheden van tactisch rechercheur waren opgedragen. De korpschef had de aanvraag afgewezen, met als argument dat functieonderhoud alleen kan worden gevraagd voor de eigen organieke functie en niet voor tijdelijke tewerkstellingen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in een tussenuitspraak van 13 november 2014 geoordeeld dat de korpschef ten onrechte had aangenomen dat functieonderhoud alleen voor organieke functies kan worden aangevraagd. De Raad heeft de korpschef opgedragen om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Na het indienen van een nieuwe beslissing op bezwaar door de korpschef, heeft appellant zijn zienswijze ingediend en zijn standpunt verder toegelicht.
In de uiteindelijke uitspraak op 9 juli 2015 heeft de Raad geoordeeld dat er geen grond is voor het oordeel dat de korpschef de werkzaamheden van appellant in de referteperiode niet juist heeft vastgesteld. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd, het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaard en het besluit van de korpschef vernietigd. Het beroep tegen het nadere besluit werd ongegrond verklaard. Tevens werd de korpschef veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.960,-.