ECLI:NL:CRVB:2015:2179
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake plaatsing in vaste formatie van ambtenaar en geschiktheidseisen voor hogere functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de plaatsing van appellante in de vaste formatie als Handhavingsspecialist. Appellante was per 30 mei 2011 tijdelijk geplaatst in deze functie, maar had de wens om door te stromen naar een hogere functie, namelijk die van Privacyfunctionaris of senior adviseur S en O, beide functies met een hogere salarisschaal. Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht heeft echter besloten om appellante niet direct in een hogere functie te plaatsen, maar eerst een assessment te laten uitvoeren om haar geschiktheid voor deze functies te beoordelen. Appellante heeft dit assessment geweigerd, wat het college ertoe bracht om haar weg naar een hogere functie als afgesloten te beschouwen.
De Raad heeft in zijn uitspraak benadrukt dat de motivering voor het niet invullen van de hogere functies moet voldoen aan strenge eisen, vooral gezien de garanties die het Sociaal Statuut biedt bij reorganisaties. De Raad oordeelde dat het college niet onterecht had gehandeld door appellante in de functie van Handhavingsspecialist te plaatsen, gezien haar functioneren in de jaren voorafgaand aan de uitspraak. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep tegen het besluit van 22 oktober 2014 ongegrond verklaard, terwijl de proceskosten van appellante door het college moesten worden vergoed.
De uitspraak bevestigt de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van de geschiktheid van ambtenaren voor hogere functies en de rol van assessments in dit proces. De Raad heeft ook de proceskosten van appellante toegewezen, wat een belangrijke overweging is in bestuursrechtelijke procedures.