Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- bepaalt dat van het Uwv een griffierecht wordt geheven van € 478,-;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de vraag of betrokkene, die van 10 oktober 2011 tot 1 april 2012 als directeur van de Stichting fungeerde, in een gezagsverhouding stond ten opzichte van de Stichting. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de formele benadering van de Hoge Raad, zoals bevestigd in eerdere rechtspraak, van toepassing is. Dit houdt in dat het niet relevant is of er materieel sprake was van een gezagsverhouding tussen betrokkene en het bestuur van de Stichting. De Raad concludeert dat betrokkene als directeur formeel in een gezagsverhouding tot het bestuur stond, wat betekent dat zij in een privaatrechtelijke dienstbetrekking tot de Stichting was. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van betrokkene tegen het besluit van het Uwv gegrond verklaarde, wordt bevestigd. De Raad oordeelt dat betrokkene voldoet aan de referte-eis van de Werkloosheidswet, en dat het Uwv een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak. De proceskosten van betrokkene worden vergoed door het Uwv.