Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2014 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die afkomstig is uit Eritrea en in Nederland geen rechtmatig verblijf heeft. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor leefgeld van € 225,- per maand en continuering van zijn opvang in de Vluchthaven, die eindigde op 31 mei 2014. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de verzoeker niet tot de kwetsbare groep behoort zoals bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, dat door de rechtbank is afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van overschrijding van de beslistermijnen en verklaarde de beroepen van de verzoeker niet-ontvankelijk.
In hoger beroep heeft de verzoeker de beslissing van de rechtbank aangevochten, met als doel opvang te verkrijgen en de beslissing van de voorzieningenrechter te laten vernietigen. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen de feiten en omstandigheden van de zaak in acht genomen, waaronder de eerdere uitspraak van de Raad van 5 november 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:3598, die relevant was voor de beoordeling van de hoogte van het leefgeld en de einddatum van de opvang. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de rechtbank terecht het beroep van de verzoeker ongegrond heeft verklaard en dat het verzoek om voorlopige voorziening niet kan slagen. De Centrale Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht.