Uitspraak
20 1341 WMO15
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een bezwaar van appellante tegen een WhatsApp-bericht van 27 december 2018, waarin werd aangegeven dat de opvang na 16 februari 2019 niet zou worden verlengd. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem had dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het WhatsApp-bericht niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden beschouwd. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat het WhatsApp-bericht geen rechtsgevolg heeft en enkel informatieve inhoud heeft. De zinsnede 'Dat was de laatste verlenging' is niet gericht op een besluit tot beëindiging van de opvang, maar verwijst naar de meest recente verlenging. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en bevestigd dat appellante voldoende rechtsbescherming heeft genoten, aangezien zij tegen eerdere besluiten rechtsmiddelen heeft aangewend.
Daarnaast is het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen, omdat de totale duur van de procedure niet langer dan vier jaar heeft geduurd. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.