ECLI:NL:CRVB:2014:4215
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- E.E.V. Lenos
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Intrekking en heropening van WAO-uitkering en toepassing van beleidsregels
In deze zaak gaat het om de intrekking en heropening van een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Appellante ontving sinds 6 september 1988 een WAO-uitkering, maar deze werd per 1 september 2005 ingetrokken door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) omdat appellante niet op een oproep van de verzekeringsarts was verschenen. Na een heropening van de uitkering per 2 maart 2011, die door het Uwv was vastgesteld, heeft appellante bezwaar gemaakt tegen de eerdere intrekking. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond, wat leidde tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad overweegt dat het Uwv de beleidsregels schorsing, opschorting, intrekking en herziening uitkeringen 2006 op consistente wijze heeft toegepast. Appellante stelde dat zij de oproep voor herkeuring en de intrekkingsbesluiten niet had ontvangen, maar de Raad concludeert dat het niet ontvangen van deze besluiten voor rekening en risico van appellante komt. De Raad bevestigt dat de intrekking van de uitkering per 1 september 2005 in rechte onaantastbaar is geworden, omdat appellante niet tijdig bezwaar heeft gemaakt.
De Raad oordeelt verder dat de heropening van de uitkering per 2 maart 2011 correct is behandeld en dat appellante niet kan terugkomen op de intrekking van de uitkering. De stelling van appellante dat zij in Spanje geen recht op een WAO-uitkering zou hebben, wordt verworpen, omdat er geen bewijs is van schriftelijke toezeggingen van het Uwv die dit zouden ondersteunen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.