ECLI:NL:CRVB:2014:2372
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking in hoger beroep inzake getuigenoproep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 juli 2014 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de behandelend rechters in een hoger beroep. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.J.A. Bosch, had eerder een verzoek ingediend om getuigen op te roepen voor de zitting van 2 juni 2014. De Raad had echter in een eerdere brief aangegeven geen aanleiding te zien om getuigen op te roepen. Dit leidde tot het wrakingsverzoek van verzoeker, die stelde dat de beslissing om geen getuigen op te roepen hem in zijn verdediging schaadt en de schijn van partijdigheid oproept.
De Raad overweegt dat het niet oproepen van getuigen een procedurele beslissing is en dat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen dergelijke beslissingen. De Raad concludeert dat de enkele omstandigheid dat de rechters geen aanleiding hebben gezien om het verzoek in te willigen, niet voldoende is om te concluderen dat er sprake is van vooringenomenheid. Bovendien is het verzoek om wraking afgewezen omdat het een voorlopige beslissing betreft en er geen objectieve rechtvaardiging is voor de vrees van verzoeker voor vooringenomenheid.
Daarnaast heeft de Raad opgemerkt dat verzoeker eerder ook al twee wrakingsverzoeken had ingediend in de procedure in eerste aanleg, waarvan de rechtbank het eerste verzoek had afgewezen en het tweede niet-ontvankelijk had verklaard. Gezien de eerdere verzoeken heeft de Raad besloten dat een volgend verzoek om wraking in deze hogerberoepszaak niet in behandeling zal worden genomen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om wraking afgewezen.