ECLI:NL:CRVB:2013:2123
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- A.M. Overbeeke
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending inlichtingenverplichting en onrechtmatig huisbezoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) vanwege een vermeende gezamenlijke huishouding tussen appellante en appellant. Appellante ontving sinds 7 augustus 2008 bijstand naar de norm voor een alleenstaande ouder en er werd een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van deze bijstand na een anonieme melding. Tijdens een huisbezoek op 10 september 2009 heeft appellante een verklaring afgelegd, maar het huisbezoek werd later als onrechtmatig beoordeeld omdat er geen redelijke grond voor was. De Raad oordeelde dat de bevindingen van het huisbezoek niet gebruikt mochten worden voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de bijstand. De Raad vernietigde het besluit van het dagelijks bestuur van 29 december 2010, dat het bezwaar tegen het eerdere besluit ongegrond verklaarde, omdat dit besluit niet op een toereikende feitelijke grondslag berustte. De Raad oordeelde dat het dagelijks bestuur niet aannemelijk had gemaakt dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden. De Raad heeft het dagelijks bestuur veroordeeld in de proceskosten van appellanten en het griffierecht vergoed.