ECLI:NL:CRVB:2007:BB5534
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- R.H.M. Roelofs
- L.H. Waller
- Rechtspraak.nl
Anonieme tip over woon- en leefsituatie bijstandsontvanger vormt geen redelijke grond voor huisbezoek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De rechtbank had op 22 juni 2006 geoordeeld dat de intrekking van de bijstandsuitkering van betrokkene, die sinds 1 september 1993 een bijstandsuitkering ontving, onterecht was. De intrekking volgde op een anonieme tip dat de ex-echtgenoot van betrokkene bij haar woonde. Op 17 februari 2005 werd een huisbezoek afgelegd, maar betrokkene weigerde medewerking. Het College trok daarop de bijstandsuitkering in, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende grond was voor het huisbezoek en dat de intrekking van de bijstand niet gerechtvaardigd was.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad stelde dat een anonieme tip op zich geen redelijke grond vormt voor een huisbezoek. Er moeten concrete objectieve feiten zijn die twijfels oproepen over de juistheid van de verstrekte inlichtingen door betrokkene. In dit geval was er geen bewijs dat de ex-echtgenoot bij betrokkene woonde, en de Raad oordeelde dat het College eerst andere, minder ingrijpende onderzoeksmiddelen had moeten inzetten voordat een huisbezoek werd afgelegd. De Raad concludeerde dat de intrekking van de bijstandsuitkering in strijd met de wet was en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.
De Raad wees erop dat de medewerkingsverplichting van betrokkene niet geschonden was, omdat er geen redelijke grond was voor het huisbezoek. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het afleggen van huisbezoeken in het kader van de Wet werk en bijstand, en dat anonieme tips niet automatisch leiden tot ingrijpende maatregelen zoals het intrekken van bijstand.