Uitspraak
OVERWEGINGEN
“Niet verzekerd is de vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000”.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De appellante, een staatloze vrouw van Roma-afkomst, had een aanvraag om kinderbijslag ingediend, welke was afgewezen door de Sociale Verzekeringsbank (Svb) op grond van het ontbreken van een verblijfsvergunning. De Svb handhaafde deze afwijzing in een beslissing op bezwaar. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarbij werd overwogen dat de koppelingswetgeving niet buiten toepassing kan blijven, ook niet voor Roma die problemen ondervinden met documentatie. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de weigering van kinderbijslag niet in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Raad stelde vast dat de normale ontwikkeling van het privé- en gezinsleven van appellante niet onmogelijk werd gemaakt door de afwijzing van de kinderbijslag. De Raad benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor de opvoeding en ontwikkeling van kinderen bij de ouders ligt en dat kinderbijslag niet bedoeld is om te voorkomen dat gezinnen met kinderen onder het bestaansminimum leven. De Hoge Raad had eerder in een vergelijkbare zaak geoordeeld dat het onderscheid naar nationaliteit en verblijfsstatus gerechtvaardigd is, en dat de appellante niet kan worden uitgesloten van de verzekering voor de AKW op basis van internationale verdragen. De Centrale Raad van Beroep concludeerde dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd, en dat het beroep van appellante, ook ten aanzien van haar kinderen, ongegrond is.