Uitspraak
OVERWEGINGEN
“Niet verzekerd is de vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000”.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van betrokkene tegen de weigering van kinderbijslag door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Betrokkene, geboren in 1979 met de Surinaamse nationaliteit, kwam in 2005 naar Nederland voor studie. Haar aanvraag om kinderbijslag werd afgewezen omdat zij geen verblijfsvergunning had en dus niet verzekerd was onder de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De Svb handhaafde deze afwijzing in een beslissing op bezwaar. De rechtbank verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond, waarbij zij de overwegingen van de Raad voor de Rechtspraak volgde. Betrokkene stelde dat de weigering in strijd was met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de weigering van kinderbijslag niet in strijd was met het EVRM, omdat het onderscheid naar nationaliteit en verblijfsstatus gerechtvaardigd was. De Hoge Raad had eerder in een vergelijkbare zaak geoordeeld dat het koppelingsbeginsel in de AKW een legitiem doel diende en dat de wetgever ruime beoordelingsvrijheid had op het gebied van sociale zekerheid. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de weigering van kinderbijslag aan betrokkene rechtmatig was, omdat zij niet voldeed aan de voorwaarden van de AKW. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen.