ECLI:NL:CRVB:2012:BX3775
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van hoger beroep door miscommunicatie tussen appellant en gemachtigde
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 augustus 2012 uitspraak gedaan over het hoger beroep van appellant, dat was ingesteld door zijn advocaat, mr. J.A.H. Blom. Het hoger beroep werd op 5 juni 2012 door mr. Blom ingetrokken, waarna appellant op 10 juni 2012 bezwaar maakte tegen deze intrekking en verzocht om het hoger beroep te handhaven. Appellant stelde dat de intrekking het gevolg was van een miscommunicatie tussen hem en zijn advocaat, waarbij hij dacht dat het hoger beroep zonder advocaat zou worden voortgezet.
De Raad heeft overwogen dat de intrekking van het hoger beroep rechtsgeldig was, aangezien mr. Blom bevoegd was om dit te doen en er geen sprake was van een niet aan appellant toe te rekenen omstandigheid die zou kunnen leiden tot dwaling. De Raad concludeerde dat er geen wilsgebreken bij appellant waren aangetoond. Gelet op deze overwegingen werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling werd genomen.
De uitspraak is gedaan in een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter G.A.J. van den Hurk was, bijgestaan door de leden B.M. van Dun en M. Greebe. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.