ECLI:NL:CRVB:2007:AZ6731
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten na inschrijvingscontrole
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van M.P. Mitra tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 12 juli 2005, waarin de rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit van de IB-Groep, dat de tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten van appellant had herzien, terecht was. Appellant had in 2000 een schriftelijke havo-opleiding aan de Nederlandse Handels Academie (NHA) gestart en had voor de schooljaren 2003-2004 en 2004-2005 een tegemoetkoming aangevraagd, die hem aanvankelijk was toegekend. Echter, na een inschrijvingscontrole door de IB-Groep, werd vastgesteld dat appellant niet meer ingeschreven stond bij de NHA, wat leidde tot de herziening van de toekenningen en de terugvordering van de uitbetaalde bedragen.
Appellant stelde in hoger beroep dat hij wel degelijk ingeschreven was en verwees naar zijn aanvraagformulieren. Later voerde hij aan dat het hem niet mocht worden tegengeworpen dat de onderwijsinstelling hem zonder zijn medeweten had uitgeschreven. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de IB-Groep zich bij de uitvoering van de wet moest baseren op de feiten. De IB-Groep had een e-mail van de NHA overgelegd waarin werd bevestigd dat appellant vanaf juli 2003 niet meer ingeschreven was. De Raad concludeerde dat er geen reden was om de aangevallen uitspraak van de rechtbank te vernietigen, aangezien de feiten duidelijk waren en de IB-Groep correct had gehandeld.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en er werden geen proceskosten vergoed. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van griffier M.H.A. Uri op 12 januari 2007.