ECLI:NL:CRVB:2003:AN8934
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Besluiten inzake meerdere verzoeken om bijzondere bijstand en de beoordeling van spoedeisend belang voor voorlopige voorzieningen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep op 18 november 2003 uitspraak gedaan over meerdere verzoeken om voorlopige voorzieningen in het kader van aanvragen voor bijzondere bijstand. Verzoeker, die maandelijks algemene bijstand ontvangt van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk, heeft op 5 oktober 2003 verzocht om toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft de verzoeken beoordeeld aan de hand van de criteria voor spoedeisend belang, zoals vastgelegd in de Beroepswet en de Awb.
De voorzieningenrechter overweegt dat de mogelijkheid om een voorlopige voorziening te treffen niet bedoeld is om de behandeling van de hoofdzaak te bespoedigen. In deze zaak is er geen sprake van een spoedeisend belang, aangezien verzoeker kan afwachten op de beslissingen van de Raad in de bodemprocedures. De verzoeken om voorlopige voorzieningen zijn daarom kennelijk ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om bepalingen omtrent proceskosten en griffierecht toe te passen.
De uitspraak benadrukt het belang van het spoedeisend belang bij het treffen van voorlopige voorzieningen en de voorwaarden waaronder deze kunnen worden verleend. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken afgewezen, waarbij hij de relevante feiten en omstandigheden in overweging heeft genomen, waaronder de aard van de aanvragen om bijzondere bijstand en de financiële situatie van verzoeker. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier.