ECLI:NL:CBB:2025:9
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van GLB-steun en de gevolgen van te late aanmelding door een landbouwer
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 14 januari 2025, wordt de zaak behandeld van een landbouwer, aangeduid als Melkveebedrijf [naam 1], die zich had aangemeld voor steun op grond van de Uitvoeringsregeling GLB 2023. De aanmelding werd echter na de uiterste aanmelddatum van 15 juni 2023 ontvangen, wat leidde tot het standpunt van de minister dat de landbouwer geen steun kon aanvragen. Het College oordeelt dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat het stellen van een uiterste datum legitieme doelen dient, zoals het waarborgen van tijd voor noodzakelijke controles. De landbouwer had zijn aanmelding tijdig moeten indienen om in aanmerking te komen voor de GLB-steun. Het College concludeert dat de te late aanmelding niet leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, vooral gezien het feit dat de aanmelding meer dan vijf weken na de uiterste datum is ontvangen. De omstandigheden die de landbouwer aanvoert, zoals drukte op het kantoor van zijn adviseur, komen voor zijn rekening en risico. Het College wijst ook het beroep op de hardheidsclausule af, omdat de landbouwer geen bijzondere omstandigheden heeft gesteld die toepassing daarvan rechtvaardigen. De minister heeft al een generieke coulance verleend door de aanmeldtermijn te verlengen van 15 mei naar 15 juni. Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de minister.