ECLI:NL:CBB:2024:270
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.L. van der Beek
- A. Venekamp
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de minister om voorwaarden te verbinden aan ontheffing onder de Meststoffenwet
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 16 april 2024, zaaknummer 22/782, staat de bevoegdheid van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit centraal. De maatschap [naam] had eerder een ontheffing verkregen van het College om fosfaat aan dierlijke meststoffen te produceren zonder daarvoor over fosfaatrechten te beschikken. Deze ontheffing was verleend op 1 februari 2022. Echter, op 14 maart 2022 heeft de minister een beslissing genomen die voorwaarden aan deze ontheffing verbond, wat leidde tot beroep van de maatschap.
Het College overweegt dat de minister bevoegd is om voorwaarden te verbinden aan de ontheffing, ook al had het College zelf in de zaak voorzien. De uitspraak van het College van 1 februari 2022 had geen voorwaarden aan de ontheffing verbonden, maar dit sluit niet uit dat de minister later wel voorwaarden kan stellen. De minister heeft de ontheffing aan voorwaarden verbonden die de overdraagbaarheid en de duur van de ontheffing regelen, en het College concludeert dat deze voorwaarden in lijn zijn met de wetgeving.
Uiteindelijk oordeelt het College dat het beroep van de maatschap ongegrond is, en dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak benadrukt de scheiding van bevoegdheden tussen het College en de minister en bevestigt dat de minister zijn bevoegdheid kan uitoefenen, zelfs na een uitspraak van het College.