7.3Volgens vaste rechtspraak van het College wordt bij een overschrijding van de redelijke termijn in bestraffende zaken de boete gematigd met 5% per half jaar (naar boven afgerond). Dit betekent dat de boete met 20% moeten worden gematigd (4x5%), wat neerkomt op een verlaging van € 500,-.
8 Vanwege de hiervoor bedoelde overschrijding van de redelijke termijn zal het College de aangevallen uitspraak vernietigen voor zover de rechtbank de boete heeft vastgesteld op
€ 2.500,-. Het College zal de hoogte van de boete vaststellen op € 2.000,-.
9 In de overschrijding van de redelijke termijn ziet het College aanleiding de minister en de Staat te veroordelen in de kosten van de pluimveeslachterij in verband met het verzoek tot matiging van de opgelegde boete. Omdat de overschrijding van de redelijke termijn is veroorzaakt door de duur van de behandeling bij de rechter, zal de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) worden veroordeeld in de door de pluimveeslachterij in hoger beroep hiervoor gemaakte kosten. Het College stelt deze kosten op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 437,50 (1 punt voor het verschijnen van de gemachtigde ter zitting bij het College, met een wegingsfactor van 0,5 en een waarde per punt van € 875,-).
10 Het College zal de minister opdragen het griffierecht in hoger beroep (€ 532,-) te vergoeden aan de pluimveeslachterij.
Beslissing
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover de boete is vastgesteld op € 2.500,-;
- stelt de boete vast op € 2000,-;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- bevestigt de uitspraak voor het overige, voor zover aangevochten;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van de pluimveeslachterij tot een bedrag van € 875,-;
- draagt de minister op het griffierecht van € 532,- aan de pluimveeslachterij te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Pavićević, mr. W.J.A.M. Van Brussel en mr. M.J. Jacobs, in aanwezigheid van J.R. van de Coterlet, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2024.
w.g T. Pavićević w.g. J.R. van de Coterlet
Verordening (EG) Nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong, luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
Artikel 3 Algemene verplichtingen
1. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III.
[…]
Bijlage III, sectie II, hoofdstuk V
Punt 3. Zodra het vlees is uitgesneden en, waar nodig, verpakt, moet het worden
gekoeld tot een temperatuur van niet meer dan 4 °C.
Punt 4. Het vlees moet vóór het vervoer een temperatuur van niet meer dan 4 °C
bereiken en moet tijdens het vervoer op die temperatuur worden gehouden.
[…]
De
Wet dierenluidt – voor zover hier van belang – als volgt:
Artikel 6.2. Strafbaarstelling overtredingen EU-verordeningen
1. Het is verboden is strijd te handelen met bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling aangewezen voorschriften van EU-verordeningen betreffende onderwerpen waarop deze wet van toepassing is.
[…]
Artikel 8.7. Bevoegdheid
Onze minister kan een overtreder een bestuurlijke boete opleggen.
De
Regeling dierlijke productenluidt – voor zover hier van belang – als volgt:
Artikel 2.4 Verbodsbepalingen EU-verordeningen
1. Voorschriften van EU-verordeningen als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, van de wet zijn:
[…]
d. de artikelen 3 en 4, eerste tot en met vierde lid, 5 en 7, eerste lid, van verordening (EG) nr. 853/2004;
Het
Besluit handhaving en overige zaken Wet dierenluidt – voor zover hier van belang – als volgt:
Artikel 2.2. Boetecategorieën
1. De hoogte van de bestuurlijke boete die Onze Minister aan een overtreder voor een overtreding kan opleggen wordt overeenkomstig de volgende boetecategorieën vastgesteld:
a. categorie 1: € 500;
b. categorie 2: € 1500;
c. categorie 3: € 2500;
d. categorie 4: € 5000;
e. categorie 5: € 10.000 of, indien dat meer is, 10% van de jaaromzet.
[…]
3.Bij ministeriële regeling worden de bepalingen waarvoor in geval van overtreding een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, ingedeeld overeenkomstig de daarbij aangewezen boetecategorie.
Artikel 2.3. Gevolgen volksgezondheid, diergezondheid en dierenwelzijn
Indien de risico's of de gevolgen van een overtreding voor de volksgezondheid,
diergezondheid, dierenwelzijn of milieu:
a. gering zijn of ontbreken, wordt het bedrag, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, gehalveerd;
[…]
De
Regeling handhaving en overige zaken Wet dierenluidt – voor zover hier van belang – als volgt:
Artikel 1.2. Indeling categorieën bestuurlijke boete
De hoogte van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van het besluit, wordt vastgesteld overeenkomstig de bedragen die horen bij de boetecategorieën die in de bijlage bij deze regeling voor desbetreffende overtredingen zijn vastgelegd.
Bijlage als bedoeld in artikel 1.2 van de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren
Regeling dierlijke producten
Categorie
Artikel 2.4, eerste lid, onderdeel d
3