Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 maart 2017 op het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Economische Zaken (de staatssecretaris), appellant
[naam 1] B.V. ( [naam 1] ), te [plaats]
en
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (Verordening 178/2002), luidt voor zover van belang als volgt:
Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:
Specifieke voorschriften
Sectie I: vlees van als landbouwhuisdieren gehouden hoefdieren
(…).”
in het slachthuisdient plaats te vinden alvorens het kan worden vervoerd. Dat hieronder niet de op het parkeerterrein van het slachthuis geparkeerde koelwagens vallen, blijkt volgens de staatssecretaris uit de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 2 juli 2013 (ECLI:NL:GHDHA:2013:4678). Een koelwagen maakt geen deel uit van de erkenning van het slachthuis. Gelet op de doelstellingen van Verordening 853/2004 dient de uitleg van punt 3 ook in overeenstemming te zijn met de realisering van een hoog beschermingsniveau van het menselijk leven en met de daaraan gekoppelde voedselveiligheid. In dit verband wijst de staatssecretaris op de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat in het geval de in Europese regelgeving vastgestelde normen voor verschillende uitleg vatbaar zouden zijn, de uitleg die de nuttige werking van de bepaling kan verzekeren moet worden verkozen en dat de uitleg geen afbreuk mag doen aan de doeltreffendheid of geldigheid van die bepaling en het daaraan ten grondslag liggende beginsel.
Gelet op het vorenstaande slagen de beroepsgronden 1, 2, 3 en 5 in zoverre.
Beslissing
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart de beroepen tegen de bestreden besluiten van 27 oktober 2014 en het primaire besluit 2 van 17 oktober 2014 ongegrond;
- verklaart het incidenteel hoger beroep ongegrond.