ECLI:NL:CBB:2022:42
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boeteoplegging onder de Tabaks- en rookwarenwet met betrekking tot verdedigingsrechten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De zaak betreft een boete die aan verweerster is opgelegd wegens overtreding van artikel 8, eerste lid, van de Tabaks- en rookwarenwet (Tbr). De staatssecretaris had verweerster een boete van € 1.360,- opgelegd, omdat zij tabaksproducten had verkocht aan een persoon waarvan niet was vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar had bereikt. Verweerster heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij niet tijdig op de hoogte was gesteld van de overtreding, waardoor zij niet in staat was om een adequaat verweer te voeren. Het College oordeelde dat het tijdsverloop van meer dan twee maanden tussen de inspectie en de kennisgeving van de overtreding te lang was, waardoor verweerster in haar verdedigingsrechten was geschaad. Het College bevestigde de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep van verweerster gegrond had verklaard en de boete had vernietigd. De staatssecretaris werd veroordeeld in de proceskosten van verweerster in hoger beroep.