ECLI:NL:CBB:2022:35
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ongedaanmaking van een intrekking van een beroep met schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft appellant, een particulier, verzocht om ongedaanmaking van een eerder ingetrokken beroep tegen een besluit van het Productschap Tuinbouw (PT) dat zijn verzoek om restitutie van doorverkoopheffingen over bloembollen had afgewezen. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 18 januari 2022 uitspraak gedaan in deze kwestie. Appellant stelde dat hij ten tijde van de intrekking van zijn beroep verkeerde in een situatie van dwaling, en dat er sprake was van dwang of bedrog. Het College heeft echter geoordeeld dat de intrekking van het beroep bevoegd was en dat er geen sprake was van wilsgebreken. Het College heeft vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van het verzoek was overschreden, en heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 1.000,- aan appellant. Daarnaast is er een proceskostenvergoeding van € 379,50 toegekend voor het indienen van het verzoek om schadevergoeding. De uitspraak benadrukt het belang van een redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures en bevestigt dat een bevoegd gedane intrekking van een beroep niet ongedaan kan worden gemaakt na het verstrijken van de termijn, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.