ECLI:NL:CBB:2021:900
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrechtenstelsel en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 september 2021 uitspraak gedaan in het beroep van een appellant tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het beroep was gericht tegen de vaststelling van het fosfaatrecht van de appellant, die een jongvee opfokbedrijf exploiteert. De appellant had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van het fosfaatrecht, dat was gebaseerd op de dieraantallen op 2 juli 2015. De appellant stelde dat hij niet beschikte over de benodigde vergunningen voor de uitbreiding van zijn veestapel en dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op hem legde. Het College oordeelde dat de appellant niet kon aantonen dat hij op de peildatum over de benodigde vergunningen beschikte en dat de toekenning van fosfaatrechten voor 49 stuks jongvee niet leidde tot een individuele en buitensporige last. Het College erkende echter dat de redelijke termijn voor de behandeling van het bezwaar en beroep was overschreden en kende de appellant een schadevergoeding van € 1.500,- toe. De proceskosten werden vastgesteld op € 374,-. Het beroep van de appellant werd ongegrond verklaard.