ECLI:NL:CBB:2021:669
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J.H. van der Burgt
- W.C.E. Winfield
- Rechtspraak.nl
Beroep op knelgevallenregeling en startersregeling in het kader van de Meststoffenwet afgewezen
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 29 juni 2021, zaaknummer 19/1973, werd het beroep van appellante, een vennootschap die een melkveebedrijf exploiteert, ongegrond verklaard. Appellante had een beroep gedaan op de knelgevallenregeling en de startersregeling van de Meststoffenwet (Msw) in verband met de vaststelling van haar fosfaatrechten. De rechtbank oordeelde dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling, omdat zij op de relevante peildatum van 2 juli 2015 geen dieren hield. De gestelde bijzondere omstandigheden, zoals ziekte van een vennoot en het faillissement van de aannemer, werden niet als voldoende aangetoond beschouwd om aan de 5%-drempel te voldoen die vereist is voor de knelgevallenregeling. Daarnaast werd het beroep op de startersregeling afgewezen, omdat appellante niet als een nieuw gestart bedrijf kon worden aangemerkt. Het College benadrukte dat de startersregeling alleen openstaat voor bedrijven die aantoonbaar nieuw zijn gestart en niet voor de voortzetting van bestaande bedrijven onder een andere naam of structuur. De rechtbank concludeerde dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EP) en dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat het stelsel een individuele en buitensporige last op haar legt. De uitspraak bevestigt de strikte interpretatie van de wetgeving en de voorwaarden voor de knelgevallen- en startersregelingen.