ECLI:NL:CBB:2021:369
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vaststelling onder Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 6 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een melkveehouderij en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de vaststelling van het fosfaatrecht. Appellante, een melkveehouderij, had beroep ingesteld tegen het besluit van de minister waarin het fosfaatrecht op 1.988 kg was vastgesteld, gebaseerd op de dieraantallen op 2 juli 2015. Appellante stelde dat zij door bijzondere omstandigheden, waaronder ziekte van een vennoot, recht had op de knelgevallenregeling, die zou moeten leiden tot een herziening van het fosfaatrecht. Het College oordeelde echter dat appellante op de peildatum meer melkvee hield dan ten tijde van de buitengewone omstandigheden, waardoor het beroep op de knelgevallenregeling niet slaagde. Het College concludeerde dat de investeringsbeslissingen van appellante niet navolgbaar waren, gezien de bekendheid met de afschaffing van het melkquotum en de daarmee samenhangende risico's. De belangen van het milieu en de volksgezondheid, die door het fosfaatrechtenstelsel worden gediend, wogen zwaarder dan de belangen van appellante. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.