In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 maart 2021, zaaknummer 19/1422, werd het fosfaatrechtenstelsel beoordeeld in het kader van de Meststoffenwet. Appellant, een melkveehouder die zijn bedrijf had omgeschakeld naar een jongvee-opfokbedrijf, betoogde dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op hem legde. Het College oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat de lasten die hij ondervond als gevolg van het fosfaatrechtenstelsel buitensporig waren. Het College benadrukte dat de appellant zelf verantwoordelijk was voor zijn ondernemersbeslissingen en dat de bescherming van het milieu en de volksgezondheid zwaarder wogen dan zijn belangen. De uitspraak bevatte ook een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat werd toegewezen. Appellant kreeg een schadevergoeding van in totaal € 1000,- toegekend, verdeeld over de betrokken partijen.