ECLI:NL:CBB:2020:884
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel en de gevolgen van Bovine Virus Diarree voor melkveehouderij
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 december 2020, werd het beroep van appellante, een melkveehouderij, ongegrond verklaard. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van haar fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, op basis van de Meststoffenwet. De minister had het fosfaatrecht vastgesteld op 6.002 kg, waarbij een generieke korting van 8,3% was toegepast. Appellante stelde dat zij in aanmerking moest komen voor de knelgevallenregeling, omdat haar dieraantallen door de uitbraak van Bovine Virus Diarree in 2011 en 2012 waren gedaald. Het College oordeelde echter dat de knelgevallenregeling geen ruimte biedt voor het in aanmerking nemen van hypothetische dieraantallen die appellante zou hebben gehad zonder de ziekte. Het College bevestigde dat de minister de knelgevallenregeling correct had toegepast en dat appellante niet had aangetoond dat zij een individuele en buitensporige last ondervond door het fosfaatrechtenstelsel. De uitspraak verwijst naar eerdere uitspraken van het College waarin de noodzaak van het fosfaatrechtenstelsel en de verenigbaarheid met de Nitraatrichtlijn zijn bevestigd. Het College concludeerde dat de belangen van het milieu en de volksgezondheid zwaarder wegen dan de belangen van appellante, en dat het bestreden besluit zorgvuldig tot stand was gekomen.