ECLI:NL:CBB:2020:844
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel onder de Meststoffenwet
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 november 2020, zaaknummer 19/90, werd het beroep van een melkveebedrijf tegen de vaststelling van het fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ongegrond verklaard. Het melkveebedrijf had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van de toepassing van de knelgevallenregeling, die bedoeld is voor situaties waarin boeren door bijzondere omstandigheden in hun fosfaatproductie worden benadeeld. De appellante stelde dat er sprake was van een individuele en buitensporige last door de invoering van het fosfaatrechtenstelsel, maar het College oordeelde dat zij niet voldoende bewijs had geleverd om deze claim te onderbouwen. De minister had het fosfaatrecht vastgesteld op basis van de dieraantallen op de peildatum van 2 juli 2015, en de appellante had niet aangetoond dat de bijzondere omstandigheden, zoals dierziekte, haar fosfaatrecht significant hadden beïnvloed. Het College bevestigde dat de invoering van het fosfaatrechtenstelsel noodzakelijk was voor de beheersing van de mestproductie en dat het niet in strijd was met de Nitraatrichtlijn. De uitspraak benadrukte dat de bewijslast bij de appellante lag en dat zij niet had aangetoond dat het fosfaatrechtenstelsel haar onterecht benadeelde. De beslissing van de minister werd derhalve gehandhaafd.