ECLI:NL:CBB:2020:768
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de knelgevallenregeling in het kader van fosfaatrechten bij een melkveebedrijf met diergezondheidsproblemen en bouwwerkzaamheden
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 27 oktober 2020, zaaknummer 19/240, staat de toepassing van de knelgevallenregeling in het kader van de Meststoffenwet centraal. Appellante, een melkveehouderij, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin het fosfaatrecht van haar bedrijf werd vastgesteld. De minister had eerder het fosfaatrecht herzien na een bezwaar van appellante, maar de appellante was van mening dat de minister onvoldoende rekening had gehouden met de bijzondere omstandigheden, zoals diergezondheidsproblemen en bouwwerkzaamheden die de veebezetting hadden beïnvloed.
De zaak draait om de vraag of de minister de knelgevallenregeling correct heeft toegepast. De appellante stelde dat de minister ten onrechte terugkeekend naar de situatie vóór de dierziekte en niet voldoende rekening hield met de effecten van de bouwwerkzaamheden op de veebezetting. Het College oordeelde dat de minister de knelgevallenregeling op de juiste wijze had toegepast en dat de vergelijking tussen de peildatum en de hypothetische situatie zonder bijzondere omstandigheden correct was. Het College bevestigde dat de minister de dieraantallen op de alternatieve peildatum van 1 januari 2010 had gehanteerd, wat in lijn was met de wetgeving.
Daarnaast oordeelde het College dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat resulteerde in een schadevergoeding voor appellante. De uitspraak concludeert dat het beroep ongegrond is, maar dat appellante recht heeft op schadevergoeding wegens de overschrijding van de redelijke termijn, die zowel aan de minister als aan het College kan worden toegerekend. De uiteindelijke beslissing omvat de veroordeling van de minister en de Staat tot betaling van schadevergoeding aan appellante, evenals de proceskosten.