ECLI:NL:CBB:2020:758
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrechten vastgesteld door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 27 oktober 2020 uitspraak gedaan in een beroep van een melkveehouder tegen de vaststelling van zijn fosfaatrechten door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellant, handelend onder de naam Landbouwbedrijf, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 13 december 2018, waarin zijn fosfaatrecht was vastgesteld op basis van de dieraantallen op zijn bedrijf op de peildatum van 2 juli 2015. De appellant stelde dat de Nitraatrichtlijn onvoldoende grondslag biedt voor het fosfaatrechtenstelsel en dat er sprake was van ongeoorloofde staatssteun. Hij voerde aan dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op hem legde, vooral gezien zijn investeringen in de melkveehouderij.
Tijdens de zitting op 24 augustus 2020 zijn beide partijen niet verschenen. Het College heeft de argumenten van de appellant en de verweerder beoordeeld. Het College concludeerde dat de argumenten van de appellant niet opgingen. De minister had het fosfaatrecht van de appellant vastgesteld op 10.370 kg, maar het College stelde vast dat er een fout was gemaakt in de dieraantallen, waardoor het fosfaatrecht moest worden herzien naar 10.391 kg. Het College vernietigde het bestreden besluit en herstelde het fosfaatrecht van de appellant. Tevens werd de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan de appellant.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor melkveehouders om zich bewust te zijn van de risico's van investeringen in de context van veranderende wetgeving en de gevolgen daarvan voor hun bedrijfsvoering. Het College bevestigde dat de belangen van het milieu en de volksgezondheid zwaarder wegen dan de individuele belangen van de appellant in deze zaak.