In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) op 14 mei 2019, in de zaak tussen de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en T-Mobile Netherlands B.V. en T-Mobile Thuis B.V., wordt het beroep van T-Mobile tegen het Tariefbesluit nieuwe diensten Fiber-to-the-Home (FttH) behandeld. T-Mobile heeft beroep ingesteld tegen het besluit van ACM waarin tariefplafonds voor vier nieuwe ODF FttH-diensten zijn vastgesteld. Het College oordeelt dat T-Mobile een procesbelang heeft, ondanks dat zij de diensten niet afneemt, omdat de vastgestelde tariefplafonds van wezenlijk belang zijn voor haar concurrentiepositie op de telecommarkt.
Het College behandelt verschillende beroepsgronden van T-Mobile, waaronder de zorgvuldigheid van de besluitvorming door ACM en de transparantie van de kostprijsberekeningen. Het College concludeert dat ACM onvoldoende inzicht heeft gegeven in de kostprijsopbouw van de nieuwe diensten en dat de indirecte kosten niet correct zijn toegerekend. Het College vernietigt het bestreden besluit voor zover het de tariefplafonds voor de dienst Project- en bulkmigraties betreft, omdat de motivering hiervoor onvoldoende is. ACM wordt opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens wordt ACM veroordeeld in de proceskosten van T-Mobile, vastgesteld op € 1.024,-.