ECLI:NL:CBB:2018:191
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.R. Winter
- H.O. Kerkmeester
- J.A. Hagen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om nadeelcompensatie op basis van de Plantenziektenwet na schade door maatregelen ter bestrijding van Ralstonia Solanacearum
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 mei 2018 uitspraak gedaan in het geschil tussen een appellante, een B.V. die rozen kweekt, en de staatssecretaris van Economische Zaken. De appellante had een verzoek ingediend om nadeelcompensatie op basis van artikel 4 van de Plantenziektenwet (Pzw) na schade die zij beweerde te hebben geleden door maatregelen die waren opgelegd ter voorkoming van de verspreiding van de bacterie Ralstonia Solanacearum. De staatssecretaris had eerder een besluit genomen om de appellante te verplichten besmette planten te vernietigen, wat leidde tot aanzienlijke schade voor de appellante.
Het College overwoog dat de schade die de appellante had geleden, voortkwam uit de aanwezigheid van de bacterie en niet uit de opgelegde maatregelen. Het College stelde vast dat het risico op besmetting met Ralstonia Solanacearum tot het normale bedrijfsrisico van een professionele teler behoort, ook al was de besmetting niet op voorhand te verwachten. De appellante had geen bezwaar gemaakt tegen het besluit om de maatregelen op te leggen, waardoor dit besluit als rechtmatig werd beschouwd.
De appellante voerde aan dat de schade onevenredig was en niet tot het normale ondernemersrisico behoorde, maar het College oordeelde dat de omstandigheden geen aanleiding gaven om van het uitgangspunt af te wijken dat dergelijke schade tot het normale risico van de onderneming behoort. Het beroep van de appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.