In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 september 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vleesverwerkingsbedrijf, en de Staatssecretaris van Economische Zaken. Eiseres kreeg boetes opgelegd van € 2.500 voor het verladen van vlees dat boven de wettelijk vereiste temperatuur van 7 graden Celsius was. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de temperatuur bij het verladen hoger was dan toegestaan, eiseres niet in strijd had gehandeld met de Verordening (EG) 853/2004. De rechtbank concludeerde dat het verladen van vlees in een koelwagen niet gelijkgesteld kan worden met het moment waarop het vlees kan worden vervoerd. Eiseres had een bedrijfsproces waarbij het vlees continu gekoeld werd en pas vervoerd mocht worden als het de juiste temperatuur had bereikt. De rechtbank vernietigde de opgelegde boetes en verklaarde de beroepen gegrond, waardoor de eerdere besluiten van de Staatssecretaris ongeldig werden verklaard. Eiseres kreeg ook de betaalde griffierechten en proceskosten vergoed.