3.2Verweerders stellen zich op het standpunt dat ernstig gevaar zettend of asociaal gedrag in het verkeer, waaronder gedrag waarvoor de politie een mededeling EMG-maatregel heeft gedaan, moet worden gesanctioneerd met een onmiddellijke intrekking van de taxivergunning. Verweerders brengen tevens naar voren dat de intrekking van de taxivergunning proportioneel is.
De gedragingen van appellant (enorm hard en lang claxonneren, vaart maken om dichter op de achterbumper van een andere weggebruiker te gaan rijden, bochtende bewegingen maken op dezelfde rijstrook, met veel gas langs de bestuurster rijden en op zijn rijstrook al een stuurbeweging naar de linker rijstrook van de andere weggebruiker maken, en weer terugsturen naar het midden van de rijstrook waar appellant op reed) zijn als (zeer) asociaal en gevaarzettend aan te merken. Appellant heeft zijn gedragingen doelbewust begaan als reactie op het rijgedrag van een medeweggebruiker. Appellant tast met dit gedrag als beroepschauffeur in diensttijd de kwaliteit van het taxivervoer ernstig aan. Hoewel appellant zonder taxivergunning niet meer werkzaam mag zijn op de Amsterdamse opstapmarkt, staat het hem vrij om in Amsterdam op de bel- en contractenmarkt te werken of in een andere gemeente als taxichauffeur werkzaam te zijn. Bovendien kan appellant, als hij geen overtredingen meer begaat, in juni 2017 een nieuwe taxivergunning aanvragen.
4. De Wet personenvervoer 2000 (Wp 2000) luidt voor zover hier van belang:
1. Bij of krachtens gemeentelijke verordening kunnen regels worden gesteld die in het belang zijn van de kwaliteit van op de gemeentelijke openbare weg aangeboden taxivervoer.
2. De in het eerste lid bedoelde regels strekken tot aanvulling van de bij of krachtens deze wet vastgestelde bepalingen en hebben geen betrekking op andere onderwerpen dan die van de artikelen 82a en 82b.
1. Bij of krachtens gemeentelijke verordening kunnen regels worden gesteld over:
a. de herkenbaarheid van een auto waarmee taxivervoer op de gemeentelijke openbare weg wordt aangeboden;
b. de eisen en verplichtingen te stellen aan bestuurders van een in onderdeel a bedoelde auto;
(…)”
De Wegenverkeerswet 1994 (Wvw) luidt voor zover hier van belang:
1. Indien bij de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen personen een vermoeden bestaat dat de houder van een rijbewijs niet langer beschikt over de rijvaardigheid (…), doen zij daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het CBR onder vermelding van de feiten en omstandigheden die aan het vermoeden ten grondslag liggen. (…)
1. Indien een schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 130, eerste lid, is gedaan, besluit het CBR in de bij ministeriële regeling aangewezen gevallen respectievelijk tot:
a. oplegging van een educatieve maatregel ter bevordering van de rijvaardigheid of geschiktheid,
(...)”
De Taxiverordening Amsterdam 2012 luidt voor zover hier van belang:
“Artikel 2.3 Taxxxivergunning en TTO-vergunning
1. Het is een chauffeur verboden om zonder geldige vergunning van het college [van burgemeester en wethouders; toevoeging College] (Taxxxivergunning) op de in bijlage I bij deze verordening aangegeven delen van de openbare weg taxivervoer aan te bieden.
Artikel 2.14 Verplichtingen voor een chauffeur met een Taxxxivergunning
1. De chauffeur in het bezit van een Taxxxivergunning:
(…)
d. neemt de veiligheid van de consument en overige personen in acht;
(…)
2. Het college bepaalt in nadere regels welke gedragingen en verplichtingen in ieder geval onder de in het eerste lid gestelde eisen vallen.
3. Het college kan in aanvulling op het bepaalde in het eerste lid, nadere eisen stellen aan gedragingen of verplichtingen van een chauffeur in het bezit van een Taxxxivergunning.
Artikel 2.17 Bijzondere gronden voor schorsing of intrekking Taxxxivergunning
(…)
4. Een Taxxxivergunning kan worden geschorst of ingetrokken indien de chauffeur zich gedraagt op een wijze dat naar oordeel van het college de kwaliteit van taxivervoer wordt aangetast.
Artikel 3.3 Bestuursrechtelijke maatregelen en sancties aan chauffeurs
1. Het college kan overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2.12 en 2.14 sanctioneren met:
a. schorsing van de Taxxxivergunning;
b. intrekking van de Taxxxivergunning.
(…)
3. Bij toepassing van de in het eerste lid genoemde sancties kan het college onder meer rekening houden met:
a. het soort en totaal aantal overtredingen door de chauffeur;
b. de mate van herhaling van het aantal overtredingen binnen een periode van één jaar.”
Het Besluit Nadere regels eisen chauffeurs (Besluit Nadere regels) luidt voor zover hier van belang:
4. De minimale eisen aan de chauffeur in het bezit van een Taxxxivergunning, als bedoeld in artikel 2.14, eerste lid, onderdeel d, bepalen in ieder geval dat de chauffeur:
(…)
d. in het verkeer geen ernstig gevaarzettend of asociaal gedrag heeft vertoond, waaronder in ieder geval begrepen wordt dat de politie Amsterdam-Amstelland ten aanzien van de chauffeur geen mededeling heeft opgemaakt voor een (...) Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer; (…)”
De Nota Handhavingsbeleid Taxiverordening (Nota Handhavingsbeleid) vermeldt onder 1.2 onder andere dat in het handhavingsbeleid wordt beschreven op welke wijze de gemeente zal handhaven in het geval van concrete overtredingen en de toepassing van verschillende sancties en maatregelen en dat in het beleid een stappenplan is opgenomen dat er toe dient inzichtelijk te maken welke stappen doorlopen kunnen worden in het geval er sprake is van een overtreding.
In de Nota Handhavingsbeleid is onder 1.3 onder meer opgenomen dat slechts indien toepassing van de vaste gedragslijn voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot het te dienen (handhavings)doel hiervan op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht kan worden afgeweken.
In het onder 7.2.1 van de Nota Handhavingsbeleid opgenomen schematisch overzicht van de te nemen stappen per herhaalde overtreding (stappenplan) is vastgelegd dat bij een (eerste) overtreding van artikel 1, vierde lid, aanhef en onder d, van het Besluit Nadere regels intrekking van de vergunning volgt.
5. Het College overweegt als volgt.