Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 juni 2015 in de zaken tussen
Maatschap [naam 1] (02/772 en 13/977), te Kamperveen,
de Staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
14 augustus 2002, 25 september 2002, 7 oktober 2002, 11 november 2002 en
3 december 2002 heeft verweerder de bezwaren van appellanten ongegrond verklaard.
19 december 2008 (ECLI:NL:CBB:2008:BH2628 en ECLI:NL:CBB:2008:BH2627). De behandeling van de overige beroepen is aangehouden in afwachting van deze uitspraken.
Overwegingen
Voorgeschiedenis
28 maart 2001 heeft Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees-Centraal (RVV) van ID‑Lelystad B.V. (ID-Lelystad) een faxbericht ontvangen, kortweg inhoudende dat (voor zover van belang) op het bedrijf van [naam 17] te [plaats 1] 47 van de 57 monsters positief zijn bevonden in de screeningsneutralisatietest, dat deze monsters nog uitgetitreerd worden, maar dat het percentage positieve monsters van het bedrijf van [naam 17] dusdanig hoog is dat dit als uitbraak moet worden aangemerkt, gezien de epidemiologische link met [naam 18] te [plaats 2]. Op basis van die uitslagfax is het bedrijf van [naam 17] besmet verklaard en heeft verweerder (onder andere) besloten tot preventieve doding van alle evenhoevige dieren op de bedrijven van appellanten nu deze bedrijven in de directe omgeving van het bedrijf van [naam 17] zijn gelegen.
- CBb 18 januari 2005 (ECLI:NL:CBB:2005:AS3610). Deze verwijzingsuitspraak heeft geleid tot
- Hof van Justitie, arrest van 15 juni 2006 (C-28/05). Dit arrest heeft vervolgens geleid tot de uitspraak
- CBb 9 september 2008 (ECLI:NL:CBB:2008:BF0067).
- CBb 17 mei 2005 (ECLI:NL:CBB:2005:AT5805). Deze verwijzingsuitspraak heeft geleid tot
- Hof van Justitie, arrest van 7 juni 2007 (C-222/05 tot en met C-225/05). Dit arrest heeft vervolgens geleid tot de uitspraken
- CBb 19 december 2008 (ECLI:NL:CBB:2008:BH2627 en ECLI:NL:CBB:2008:BH2628).
Inhoud bestreden besluiten
19 december 2008, appellanten – onder meer – de volgende stukken verschaft:
- Het volledige laboratoriumdossier met betrekking tot de bedrijven van appellanten;
- Het volledige laboratoriumdossier met betrekking tot het bedrijf van [naam 17] te [plaats 1];
- Het volledige laboratoriumdossier met betrekking tot het bedrijf van [naam 18] te [plaats 2];
- Alle door de gemachtigde van appellanten opgevraagde documenten, voor zover aanwezig en niet betrekking hebbend op persoonsgegevens, onder meer: crisisverslagen, Standard Operating Procedures (SOP's), het accreditatiedocument van ID-Lelystad, uitslagfaxen, de nota MKZ-vaccinatie, de controlestaat ELISA-reader en traceringsrapporten.
Het standpunt van appellanten
8 verdunningsstappen tegen verschillende serotypen, kan een monster als positief of negatief worden aangemerkt. Tenslotte kan, ingevolge de OIE-manual, een dier of een bedrijf pas de status positief krijgen wanneer er naast een positieve virusneutralisatietest, sprake is van klinische verschijnselen.
vals-positief resultaat met een foutscore van 100%. Ook wijzen appellanten in dit verband op de 5 monsters van [plaats 3]. Deze monsters werden na de screeningstest als positief aangemerkt en na de virusneutralisatietest zijn er nog 4 monsters als positief aangemerkt. Dit betekent een foutscore van 20%.
Beoordeling
0,9= 8) ; log16 komt overeen met 1,2 (10
1,2= 16).
-15).