ECLI:NL:CBB:2015:179
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in verband met boete opgelegd door Autoriteit Consument en Markt wegens overtreding van de Telecommunicatiewet
In deze zaak heeft [naam 1] B.V. een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, naar aanleiding van een boete van € 364.000,-- die door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) was opgelegd wegens overtreding van de zorgplicht uit de Telecommunicatiewet. De boete was opgelegd op 16 december 2013 en na een aantal besluiten van ACM, waaronder een publicatiebesluit, heeft de rechtbank Rotterdam het beroep van [naam 1] ongegrond verklaard. Hierop heeft [naam 1] hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om publiciteit over het geschil te voorkomen.
De voorzieningenrechter heeft op 1 juni 2015 de zitting gehouden, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de behandeling van de zaak gedeeltelijk met gesloten deuren moest plaatsvinden om bedrijfsgevoelige informatie te beschermen. Het verzoek van [naam 1] om de behandeling volledig achter gesloten deuren te laten plaatsvinden, werd afgewezen, omdat het belang van de openbaarheid in deze zaak zwaarder woog dan de vrees voor reputatieschade.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen reden was om aan te nemen dat de rechtbank in hoger beroep de eerdere uitspraak zou vernietigen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was bij het schorsen van de publicatiebesluiten. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat de publicatie van de boete [naam 1] niet onevenredig zou benadelen, aangezien de boete naar verwachting in stand zou blijven. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 1 juni 2015.